Vertaling Bijbel, Kanttekeningen SV, [], In zijn dagen [31]vielen de Edomieten van onder [32]het gebied van Juda af, en maakten een [33]koning over zich. 31. Aldus werd vervuld de voorzegging van Izak, Gen.27:40. 32. Hebreeuws, hand; dat is, macht en gebied. Alzo onder, vs.22. Zie Gen.16:6. 33. Want van den tijd van David af was er geen koning onder hen geweest, maar een konings stadhouder, ingezet door den koning van Juda. Zie 1 Kon.22:48, en de aantekening daarop.